Alleen reizen is zielig

pixabay-mensen-vrouw-reizen-avontuur-2591874

Alleen reizen is heerlijk. Precies doen waar je zin in hebt en je dag indelen hoe jij dat wilt. Niet hoeven overleggen wat jullie gaan doen, je bezwaard voelen omdat je elk detail van een tempel wilt uitpluizen of irritatie opwekken omdat je per se op strijklicht wilt wachten. Niet iedereen gelooft dat. Zo werd ik eens onvrijwillig geadopteerd.

Met laptop, iPad en e-reader had ik mezelf geïnstalleerd in mijn studio met gratis wifi. Na een nacht verrukkelijk slapen schoof ik ’s ochtends aan bij het ontbijt geserveerd op een dakterras. Genietend van het panorama overdacht ik mijn programma. Al snel raakte ik in gesprek met een Nederlands stel naast me – al had ik de krant praktisch om mijn hoofd gebonden.

‘Ben je hier helemaal alleen?’ vroeg Anja ontzet. ‘Ik zou het gezelschap van Jaap wel missen, hoor.’

Een paar dagen later trof ik hen bij een bootexcursie.

‘Je mag wel naast ons komen zitten, hoor,’ zei Anja begripvol toen ik het voordek opliep waar iedereen in bosjes van twee verspreid zat.

Op een idyllisch eilandje wapperde ik – eindelijk verlost en na een geslaagde fotosessie  – mijn handdoek uit op een onbelegde inham.

‘Je mag wel bij ons komen liggen, hoor.’ Anja stond naast mijn handdoek.

’s Avonds zette het busje ons weer af bij het hotel.

‘En wat ga jij vanavond doen?’

‘Film kijken, schrijven, lezen….’ Mijn stem verzwakte bij het medelijdende gezicht dat Anja trok.

‘Je houdt van lezen? Godzijdank.’

Later tijdens een dagje strand – waarbij ik uiteraard naast Anja en Jaap mocht liggen – vroeg Anja waar ik gisteravond gegeten had.

‘Op mijn kamer.’

‘Dat je nog zin hebt om te koken na zo’n dag zon.’

Net toen ik wilde uitleggen dat het niet meer had ingehouden dan pasta in een pan kokend water kwakken en overgieten met pastasaus, zei Anja:

‘Maar alleen in een restaurant eten is natuurlijk ook niks, hè? Je mag voortaan best met ons mee-eten, hoor.’

Jaap keek geschrokt op. Hij leek eindelijk iets te horen van wat zijn vrouw zei.

‘Anja. Dat kind vermaakt zich wel.’

Ongetwijfeld was het allemaal goed bedoeld. Op de dag van vertrek ging ik nog even langs bij Anja en Jaap’s appartement. Nummer 134, had Anja meerdere malen benadrukt, voor als ik me alleen voelde.

‘Een goede reis, hoor,’ zei Anja terwijl ze mijn schouders tussen haar handen klemde. ‘En er komt heus nog weleens iemand.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *