Turkije.blog.nl, februari 2010
‘Wanneer ik in het park zit staren de mensen me aan alsof ik van een andere planeet kom.’ Neem dat de Istanbuli eens kwalijk. Ze zien niet elke dag een westerse vrouw met een hoofddoek. Hanna komt uit Nederland, is moslima en woont in Istanbul.
Zoals Hanna (24) eerst voor heel wat consternatie zorgde in het dorp waar zij opgroeide, komen hier de vragen ook al snel. Vooral van Turkse vrouwen die gewoonlijk thuis blijven of hooguit in een groep naar buiten gaan. ‘Met mooi weer zorg ik er altijd voor dat ik dagelijks minstens een kwartier in de zon zit.’
Hanna mag gaan en staan waar en wanneer ze wil van haar man, die ook niet de reden was van haar bekering tot de islam. Terwijl de Turken nog altijd richting het westen reizen, kwam Hanna hen tegemoet in Istanbul, symbool van schakelland tussen oost en west.
Het leven van Hanna leek in eerste instantie een leven als dat van zovelen. Ze groeide op in een klein dorpje in het oosten van Nederland en ging als kind elke zondag naar de kerk.
‘Maar dat was niet omdat ik geloofde,’ geeft Hanna toe.
Dit veranderde toen ze op haar zeventiende stage ging lopen als activiteitenbegeleidster. Hier kwam ze ’toevallig’ in contact met haar huidige vrienden: moslimjongeren. Ze werden onafscheidelijk en haar interesse voor de islam was gewekt.
‘Ik had toen nooit kunnen voorspellen dat ik mezelf jaren later vijf keer per dag ter aarde zou werpen voor een God waar ik nooit in geloofde.’
Waarom bekeerde deze westerse jonge vrouw zich juist tot de islam met regels die haar vrijheid sterk inperkten?
‘Ik heb veel meegemaakt in mijn leven en zocht naar iets dat mijn leegte opvulde en mij discipline gaf,’ vertelt Hanna. ‘Ik geloofde dat de islam de juiste godsdienst voor mij was en ben me gaan verdiepen. Dit gevoel is sindsdien nooit meer veranderd. Filosoferen over hetgeen wat zich aan ons openbaart is niet aan ons. Wat niet betekent dat we maar hersenloos moeten aannemen wat een imam zegt. Van veel regels worden we niet slechter. Het trok mij juist aan dat alles zo vastligt. Overal zijn regels voor! Van het ingaan op een huwelijksaanzoek tot aan een toiletbezoek.’
Teken van Allah
In datzelfde jaar deed Hanna meteen mee aan de Ramadan.
‘Tijdens de Ramadan wist ik al dat ik me wilde bekeren, oftewel ’terugbekeren’. We zijn immers allemaal als moslims geboren, maar onze ouders kiezen eerst onze weg.’
Het begon met het schrappen van varkensvlees van het menu en daarna volgde Hanna de regels in rap tempo op. Maar een collega wees haar erop dat ze weliswaar leuk meedeed, maar eigenlijk niet echt geloofde.
‘Ik heb hier lang over nagedacht’, herinnert Hanna zich. ‘Toen ik op een zomerse avond naar huis fietste maalde de zin ‘maar je gelooft niet in God’ door mijn hoofd. Ik heb toen Allah gevraagd mij een teken te geven van Zijn bestaan. Ik kreeg toen een onbeschrijfelijk warm gevoel van binnen. Sindsdien weet ik dat Hij bestaat en mijn toekomst voortaan geleid zou worden door Hem. Insha’Allah.’
Niet iedereen in Hanna’s omgeving reageerde even enthousiast. In het honderdvijftig inwoners tellende dorpje zorgde ze ook voor heel wat consternatie met haar hoofddoek.
‘Uiteraard viel het mijn omgeving al voor mijn bekering op dat ik was veranderd. Een vriendin zei eens tegen mij: Je gaat niet meer zoveel uit en drinkt niet meer. Ik besefte dat niet alleen ik, maar ook mijn omgeving een verandering moest ondergaan. Maar ook al stonden mijn ouders er in het begin niet achter, ze hebben me altijd gesteund. Mijn moeder reed zelfs speciaal naar een andere plaats om halal vlees voor mij te halen. Hun volledige acceptatie was compleet toen ze me een Koran cadeau gaven. Moge Allah hen ooit belonen voor hun begrip.’
Het zal niet verwonderen dat Hanna niet verliefd werd op een blonde Sven of Martijn. Istanbul had haar al eerder verleid en twee jaar geleden verloor ze er haar hart aan een Turkse man. Hoewel: haar man is eigenlijk een Koerd.
Hanna: ‘Een Turk zal zich nooit een Koerd voelen en ik denk dat weinig Koerden zichzelf Turk zullen noemen. We mogen niet vergeten dat dit nog steeds een groot probleem is.’
Vanaf het eerste moment dat Hanna hem zag in het restaurant waar hij werkte, wist ze het.
‘Bij terugkomst heb ik mijn ouders uitgelegd dat ik het jaar daarop waarschijnlijk niet meer in Nederland zou wonen. Dit klopte. Gelukkig klikt het tussen mijn ouders en mijn man.’
Bij moslims is het enige toegestane contact met de andere sekse dat met een mahram, een niet-huwbaar familielid. Hanna voelde zich schuldig tegenover Allah.
‘Ik heb erop aangedrongen dat we na een half jaar al trouwden. Helaas kon mijn familie niet bij de nikah zijn, ons islamitische huwelijk.’ Daarna ging het snel. Een studie Islamgodsdienst, waar Hanna aan was begonnen, brak ze af. Vorig jaar vertrok ze met veel bagage definitief naar Istanbul.
‘Mijn familie is een grote steun voor me geweest.’
Inmiddels woont Hanna met haar man in de metropool in de wijk Sultanahmet met de Blauwe Moskee als haar favoriete spot.
Individuele vrijheid versus bemoeienis
Terwijl het Nederlanders weinig interesseert wat anderen van hen denken, zolang ze maar hun individuele vrijheid kunnen bewaren, draait alles in Turkije om imago.
‘Je hebt hier veel meer te maken met respect,’ ervaart Hanna.
‘Ik pas me aan, maar er zijn dingen die ik weiger, zoals het kussen van de hand van familieleden. En het gaat mij veel te ver om op te staan wanneer er een mannelijk familielid binnenkomt.’
Ook met de saamhorigheid heeft Hanna ‘enige’ moeite.
‘De gastvrijheid komt van diep uit het hart, maar de Koerdische en Turkse saamhorigheid zie ik als bemoeienis. Natuurlijk is het fijn dat je altijd welkom bent, geld kunt lenen en kunt blijven eten en logeren, maar deze verplichtingen gelden ook voor jou. Ik heb bijvoorbeeld niet de vrijheid om mijn schoonfamilie een week niet te zien.’
Waar Hanna’s schoonfamilie zich ook graag mee bemoeit is de gezinsuitbreiding. ‘Mijn schoonfamilie vraagt me steevast of ik al zwanger ben. Het is namelijk een raar verschijnsel als je al een jaar getrouwd bent en niet minstens zwanger bent!’
Wat betreft kinderen bemerkt Hanna ook nogal wat verschillen. Zo kent Turkije geen kinderopvang. Ook rijmen sommige gewoonten van de Koerdische cultuur bij de opvoeding van kinderen niet met haar principes.
‘Men mengt hier cultuur en religie onder één dak. Ik zie dingen die islamitisch volledig buiten de boot vallen. Het slaan van kinderen is hier algemeen gebruik. Maar huiselijk geweld heeft niets met de islam te maken. Ik heb mijn man verteld dat als er ooit kinderen komen, ik dit nóóit zal tolereren. Mocht het ooit van een scheiding komen? Dan heb ik islamitisch gezien recht op de kinderen, tenzij er reden is dat ze bij de vader beter af zijn.’
Mannen op stap, vrouwen thuis
Naast huiselijk geweld wordt ook de achterstelling van vrouwen vaak gezien als een uiting van de islam. Onlangs berichtte de Turkse krant Hürriyet nog over de recente resultaten van onderzoeksinstituut Konda: Bijna de helft van de vrouwen is niet vrij om te bepalen wanneer zij uitgaan. Discriminatie van vrouwen is ook een van de redenen dat Turkije nog altijd in de wachtkamer van de Europese Unie zit.
Toch is Hanna nergens bang voor in deze door mannen gedomineerde samenleving.
‘Hier zie je veel vrouwen met kinderen lopen of in groepjes. Het rare vind ik dat vrouwen boven de veertig wel overal mogen gaan en staan, maar jongere vrouwen niet. Dit zal wel te maken hebben met imago en eer. Mannen daarentegen mogen wel alles. Ik kan nog steeds niet tegen deze denkwijze van veel mensen hier. Overigens denk ik dat de meeste vrouwen thuis zitten vanwege de cultuur en niet vanwege het geloof.’
In het dorp van haar schoonouders gaan vrouwen ook zelden naar buiten.
‘Alleen om de was op te hangen’, grapt Hanna. ‘Het liefst stuurt men zoonlief op pad voor de boodschappen.’
Het wordt dan ook als vreemd gezien wanneer Hanna alleen over straat loopt.
‘De mensen zien wel dat ik hier woon en dus waarschijnlijk getrouwd ben. Het hoort gewoon niet. Maar ik heb mijn man er in het begin meteen op gewezen dat ik mijn westerse vrijheid wil behouden. Ook als we later zouden trouwen. Mijn man snapt het niet altijd. Die andere vrouwen zeggen er toch ook niets van dat ze nooit naar buiten gaan? zei hij eens. Ja, maar zij zijn hier geboren, antwoordde ik. Maar mijn man is de moeilijkste niet en laat me gaan en staan waar ik wil, behalve als hij een wijk niet veilig acht.’
Van hakken naar hoofddoek
De veel bekritiseerde hoofddoek is volgens Hanna een resultaat van de negatieve media-aandacht.
‘Ik zie geen onderdrukking in de islam en ook niet in de hoofddoek. De hoofddoek heeft te maken met respect, bescherming en behoud van je schoonheid. Wat is schoonheid voor je man als iedereen het al heeft gezien? Door jezelf te bedekken moet een man vooral naar je karakter kijken. Met een hoofddoek word je meestal ook met rust gelaten. In de metro zie je ook vaak dat mannen wel naast een vrouw zonder hoofddoek gaan zitten, maar niet altijd naast een vrouw met een hoofddoek. En zo ja, dan draait een man vaak zijn rug naar je toe.’
Maar als je als westerse vrouw ooit ongelovig was, zou je je vrouwelijkheid toch wel moeten gaan missen?
‘Natuurlijk mis ik het wel eens om in een leuk jurkje en hoge hakken de deur uit te gaan, maar dat wordt steeds minder,’ vertelt Hanna. ‘De transformatie ging natuurlijk ook geleidelijk aan. Je gaat steeds meer bedekken. Eerst realiseer je je dat blote armen en een bloot decolleté niet samengaan met een hoofddoek. Later gaan de oorbellen en hakken weg. Pantysokjes worden vervangen door sokken. En nu is er niets meer zichtbaar behalve handen en gezicht. Ik draag de hoofddoek met liefde en zou hem om geen enkele reden afdoen.’
Hanna voelt zich thuis in haar hoofddoek in Istanbul.
‘Ik vind het echt heerlijk om de bazaar af te struinen, op zoek naar het goedkoopste fruit. En een van de mooiste schoonheden hier vind ik de adhaan, de oproep tot het gebed.’
Haar sociale leven is echter nog niet veel soeps.
Hanna: ‘Ik vind het wel jammer dat ik weinig contact heb met andere moslima’s, maar veel vrouwen zitten natuurlijk ook gewoon thuis.’ In de toekomst wil Hanna wel graag gaan werken, maar dit is lastig als ‘allochtoon’. Daarbij is ze volledig bedekt, wat het nog moeilijker maakt. Ook in Turkije. ‘Bovendien werkt men hier nogal eens met alcohol,’ vertelt Hanna. Voor naaiwerk, zoals de vrouwen uit haar schoonfamilie dat veel doen, voelt ze zich nog te jong.
Europese Unie’s islamofobie
Al met al geeft Hanna aan dat ze al behoorlijk is ingeburgerd.
‘Ik denk dat ik net zoals veel in Nederland geboren allochtonen tussen twee werelden zweef,’ zegt ze. Binnen een maand trouwt ze voor de Turkse wet, zonder enige angst. ‘Ik geloof niet dat de Europese Unie bang hoeft te zijn voor Turkse moslims. Sommige mensen kennen alleen de fundamentele moslims. Maar men is hier niet zo praktiserend als wordt gedacht, dus de kans op radicalisering is klein.’ Of Turkije ooit zal toetreden tot de Europese Unie? Hanna antwoordt: ‘Insha’Allah.’
* De naam Hanna is om privacy redenen gefingeerd.
Geschreven voor: Turkije.blog.nl, 26 februari 2010
Geef een reactie